Actualiteiten

Vastgoed Adviseur: Greenpeace “Ecologisch boeren? Gat in de markt!”

artikel-va-greenpeace-944_680x520_fit

Het is wel degelijk mogelijk om de landbouw in Nederland ‘groener’ te maken en tegelijkertijd een aantal hardnekkige problemen op te lossen, zoals de stikstofcrisis, de uitstoot van broeikasgassen, de hoeveelheid fijnstof en het mestoverschot. Ook de gezondheidsschade vermindert. Dat kost geld, maar de transitie levert op termijn nog meer op. Onderzoeksbureau Ecorys berekende dat in opdracht van Greenpeace. Het rapport ‘Op naar de toekomst: betaalbaar beter boeren’ verscheen vorige maand. Uitgangspunt: de veestapel wordt fors verkleind.

Samen met Ethical Growth Strategies rekende Ecorys drie scenario’s door. In het eerste krimpt de veestapel, maar gaat de resterende dierhouderij op de oude voet verder. Het tweede scenario gaat ook uit van krimp in combinatie met een groter aandeel kringlooplandbouw en 25 procent veehouderij. De meeste voordelen biedt scenario 3: dat gaat uit van een reductie van de veestapel van 73 procent, gecombineerd met 100 procent ecologische veehouderij. “Business as usual is op de langere termijn een slechte investering”, zeggen de onderzoekers.

Veehouderij en gezondheid

De intensieve veehouderij is volgens Greenpeace gefocust op schaalvergroting en massaproductie. Het gevolg: allerlei ‘verborgen kosten’ waarvoor de maatschappij opdraait. Kosten voor de gevolgen van de klimaatverandering, maar ook voor noodzakelijke maatregelen voor de natuur en voor de gezondheid. Wat dat laatste betreft: besmettelijke ziektes zoals Q-koorts en longziektes door fijnstof worden genoemd als reële risico’s, die de nodige kosten met zich meebrengen.

Een omslag in de landbouw levert een bijdrage aan het bereiken van de doelstellingen van het Urgenda-vonnis, het Klimaatakkoord van Parijs, de Kaderrichtlijn Water en de doelstellingen uit het Biodiversiteitsverdrag. Meer vliegen in één klap dus.

Hoe betalen we dat?

Wanneer wordt gekozen voor het meest aantrekkelijke scenario (73 procent vermindering van de veestapel en een volledige omslag naar ecologische landbouw) kost dat de komende 20 jaar 42 miljard euro. Daar staan baten tegenover, zoals de afnemende milieuschade (m.n. door ammoniak). Bij de huidige prijzen voor emissies lopen de jaarlijkse baten bij scenario 3 op tot 7,8 miljard per jaar.

Maar voor er winst gemaakt wordt, moet er eerst worden geïnvesteerd, bijvoorbeeld door de instelling van een ‘Transitiefonds’. Ecorys ziet ook mogelijkheden door ‘een slimme aanpassing van het belastingstelsel’ waarbij vervuilende vee-industrie duurder wordt en natuurinclusieve landbouw goedkoper. Bovendien zal de consument een reële prijs moeten betalen voor de producten (minder vlees en zuivel; meer plantaardig voedsel).

Subsidies voor transitie

Een goedkope lening van de Europese Centrale Bank is ook een optie, net als het zogenaamde ‘Wopke Hoekstra-fonds’ ter grootte van 50 miljard, dat de Nederlandse economie zou kunnen versterken. In september 2019 werd gespeculeerd over zo’n fonds.

En dan zijn er nog de Europese landbouwsubsidies. Nederland ontvangt jaarlijks ruim 800 miljoen uit het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Greenpeace sou graag zien dat deze subsidie volledig wordt ingezet voor de transitie naar ecologische landbouw en minder dieren.

Mogelijke voordelen voor ‘groene boeren’: verlaging van de waterschapsbelasting, lagere rentepercentages door banken en lagere pachtprijzen. Resultaat: een eerlijke prijs voor de boer die stappen zet op het gebied van duurzaamheid.

Deel dit artikel