De Wet vaste huurcontracten werd gisteren aangenomen door de Eerste Kamer. Van de 75 senatoren stemden er 44 voor het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer. VBO is van mening dat dit een onnodige inperking is van het eigendomsrecht.

Wet vaste huurcontracten aangenomen

“Veel beter zou zijn als de minister in het nieuwe Woningwaarderingsstelsel een duidelijke norm vastlegt op welke wijze de huurprijs wordt vastgesteld”, reageert VBO-directeur Hans van der Ploeg. “Een onafhankelijk taxateur zou daar wat VBO betreft een uitstekende rol in kunnen vervullen. Die kan dit vanuit een onafhankelijke positie. Of men dan tijdelijk huurt of voor langere termijn doet dan in zijn geheel niet ter zake. Oftewel: wederom een pleister en geen finale oplossing.”

De Eerste Kamer ging gisteren met 44 tegen 31 stemmen akkoord met het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer om huurders beter te beschermen door algemene huurovereenkomsten voor bepaalde tijd terug te draaien. De fracties van GroenLinks-PvdA, OPNL, SGP, D66, CDA, Volt, PVV, SP, PvdD, ChristenUnie en 50PLUS waren voor. BBB, VVD, JA21 en FVD stemden tegen.

Spannend 

De nu aangenomen wet komt uit de koker van PvdA en ChristenUnie en lang bleef het spannend of er een meerderheid voor zou komen. De BBB (16 zetels in de Eerste Kamer) maakte op het laatst toch nog een draai en ook het CDA twijfelde lang.

De wetswijziging leidt ertoe dat verhuurders van zelfstandige woonruimte en van onzelfstandige woonruimte (zoals kamers) in de regel alleen huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd kunnen aanbieden. Tijdelijke contracten die al van kracht zijn, kunnen blijven bestaan.

Nieuwe tijdelijke verhuurcontracten blijven onder specifieke voorwaarden wel mogelijk, bijvoorbeeld voor studenten en naaste familie.